Dian (48):
"Het begon toen mijn man zijn baan kwijtraakte. Eerst was hij teleurgesteld in zijn baas en collega's, daarna kwam de woede. Hij was zo boos. Op alles en iedereen. Hij reageerde zich echter alleen op mij af. Als ik het huis net had schoongemaakt, keerde hij gerust de vuilnisbak om op de grond. Kon ik weer opnieuw beginnen. Of als het eten op tafel kwam, zei hij dat hij het niet lustte. Dan moest ik maar iets anders klaarmaken. 's Nachts hield hij me wakker. Als hij niet kon slapen omdat hij zich zorgen maakte, dan mocht ik ook niet slapen. Langzaam maar zeker werd ik een wrak. Kon niet meer helder denken. Mede daarom kwam het niet in me op om weg te gaan. En als het je man tegenzit, dan steun je hem toch? Hij was tenslotte zijn baan kwijt en kreeg steeds afwijzingen op zijn sollicitaties. Ik hoopte dat als hij uiteindelijk weer aan de slag zou kunnen, dat het dan over zou gaan. Daarom heb ik ook heel lang geen hulp gezocht. Ik durfde niet. Uiteindelijk heb ik dat wel gedaan en leerde ik m“jn grenzen te bepalen. Dat heeft ook mijn man wakker geschud. Hij besefte ineens wat zijn getreiter voor mij betekende."
Petra (32):
"Ik wist dat het niet goed was dat ik mijn vriend controleerde en hem dingen verbood. Maar ik was zo bang hem kwijt te raken. Hij is nou eenmaal een knappe vent. Die wil elke vrouw wel hebben. Door mijn onzekerheid ging ik steeds extremere dingen doen. Zo ging ik hem stiekem achterna als hij zei dat hij met vrienden een potje ging biljarten. Ik wilde zien of dat echt zo was. Nu besef ik dat hem daardoor juist kwijtraakte. Dat ik hem echt veel verdriet heb aangedaan. Dat spijt me enorm. Ik ben geschrokken van mezelf, maar door de hulp die ik heb gekregen kan ik weer verder. Ik weet nu dat ik over die onzekerheid moet praten. Dit zal ik een ander nooit meer aandoen."
Karel (67) en Marian (65):
"Toen onze buren naast ons kwamen wonen, kwamen ze zich netjes voorstellen. Het leken heel aardige mensen. Al in die eerste week hoorden we kabaal vanuit hun huis. Misschien waren ze nog met de meubels aan het schuiven of viel er een verhuisdoos? Er ging bij ons geen lampje branden. Ook de maanden erna hoorden we geregeld op z'n zachtst gezegd vreemde geluiden. De buurvrouw zagen we nauwelijks meer buiten. Wat zou daar gebeuren? Toch durfden we niet aan te bellen en te vragen wat er aan de hand was. Je bemoeit je niet zomaar met iets. Bovendien heb je heel keurige mensen de hand geschud. Die doen dat toch niet? Uiteindelijk hebben we de buurvrouw na een onrustige nacht toch gevraagd of er iets aan de hand was. Toen werd ze toch boos. Waar wij ons in hemelsnaam mee bemoeiden? Toch voelden we dat het niet goed zat. Een week later hebben we de buurvrouw uitgenodigd voor een kop koffie en na een uur praten barstte ze ineens in tranen uit. Ze was zo opgelucht dat eindelijk iemand naar haar wilde luisteren."
Mark (23):
"Het was bijna altijd 's nachts. Dan hoorde ik mijn vader schreeuwen en klonk er gestommel in de slaapkamer van mijn ouders. Ik weet niet hoe lang het duurde. Voor mijn gevoel ging het de hele nacht door. Ik was erg bang. Bang dat hij mijn moeder zou doodslaan of dat hij naar mijn kamer zou komen. Ik hield me doodstil onder mijn deken. De volgende morgen bleef mijn vader altijd in bed liggen. Ik zat alleen met mijn moeder aan de ontbijttafel. Vaak had ze blauwe plekken of dikke ogen. Mijn moeder vroeg me dan of ik goed geslapen had. Ik zei altijd ja. Ik wilde niet dat mijn moeder zich ook nog eens om mij zorgen moest maken. Omdat ik bang was dat hij mijn moeder echt zou vermoorden als ik het aan iemand vertelde, heb ik nooit hulp gezocht. Nu nog word ik elke nacht wakker omdat ik denk dat ik mijn vader hoor schreeuwen."
\
Aanpak steunpunt
Het Steunpunt Huiselijk Geweld is er voor al die mensen die hun verhaal willen vertellen. We kunnen goed inschatten wat in een bepaalde situatie het beste is om te doen. Met een advies kun je vaak al veel bereiken. Het steunpunt werkt samen met allerlei hulpverleners in de omgeving. En, in overleg met het slachtoffer, kunnen we contact opnemen met de politie. Als het nodig is helpen we met het maken van een plan voor de veiligheid van het slachtoffer en van eventuele kinderen in het gezin. Want veiligheid is altijd het belangrijkst.
Als de situatie uit de hand loopt.
Is er sprake van lichamelijk letsel, zware mishandeling of komt geweld bij herhaling voor, dan schakelen we het Interventieteam Huiselijk Geweld in. In dit team werken deskundige hulpverleners. Het doel is om het huiselijk geweld snel te stoppen. Zo nodig werkt het steunpunt dan ook samen met politie en justitie.
In een noodsituatie kan het Steunpunt een huisverbod aanvragen. Het huisverbod houdt in dat een pleger van huiselijk geweld tien dagen zijn of haar woning niet meer in mag. In die periode mag hij/zij ook geen contact mag opnemen met de (ex)-partner of de kinderen.
In deze afkoelingsperiode kan de nodige hulpverlening op gang komen. De praktijk toont aan dat hulpverlening het meest effect heeft als deze direct na een incident wordt ingezet. De acceptatie van hulp is dan ook groter. Het huisverbod kan ook worden opgelegd bij kindermishandeling of een ernstig vermoeden daarvan. Het huisverbod wordt afgegeven door de politie met een mandaat van de burgemeester. De burgemeester kan afhankelijk van de situatie het huisverbod verlengen tot maximaal vier weken. Bij overtreding van het huisverbod kan maximaal twee jaar gevangenisstraf of een taakstraf worden opgelegd.